Wat ziet een paard?
De ogen van een paard zitten aan de zijkant van het hoofd. Daardoor kan het paard voor een groot deel zien wat er aan de zijkant gebeurt. Vlak voor en tussen zijn ogen ziet een paard niets. De pupil van een paard is niet rond. Het is een horizontale spleet. Daardoor wordt zijn zicht aan de zijkant nog eens vergroot. Een paard kan bijna helemaal om zich heen kijken zonder zijn hoofd te bewegen.
Doordat de ogen aan de zijkant van het hoofd staan, ziet een paard twee verschillende beelden. Dit noem je monoculair zicht. Elk oog ziet een ander beeld. Als jij één oog afdekt, dan zie je met je andere oog ook monoculair.
Op hele korte afstand voor het gezicht van een paard kan het dier binoculair zien.
De twee beelden overlappen elkaar dan. Dat is dus hoe jij kijkt met twee ogen. Wanneer je binoculair kijkt kun je diepte zien. Een paard ziet dus alleen diepte recht voor zich. Het paard kan monoculair en binoculair zicht niet goed tegelijk gebruiken. Wanneer een paard zich concentreert kijkt hij binoculair. Wanneer een paard graast, houdt hij de omgeving goed in de gaten met het zicht aan de zijkant. Hij kijkt dan monoculair. Een breed gezichtsveld is belangrijk om niet te worden aangevallen door roofdieren (verdediging).
Een paard ziet alleen vlak voor en vlak achter zich niets (afb in het midden).
Een paard kan kleur zien, maar niet zo veel als een mens. Een paard ziet blauw, geel, wit en grauw. Groen en rood zijn erg slecht van elkaar te onderscheiden voor een paard. Hij is dus een beetje kleurenblind. Een paard ziet ook minder scherp dan wij. Wat wij op 40 meter afstand nog scherp kunnen zien, ziet een paard op 20 meter afstand nog net scherp. Een paard is dus meer bijziend dan een mens.