{Score}/{MaxScore}

Stap 3: Ruimte voor...

 

Landbouw

Voor de Tweede Wereldoorlog waren de landbouwbedrijven in Nederland niet groot en de meeste bedrijven waren familiebedrijven. Er was sprake van een beperkte bereikbaarheid van het achterland, slechte waterhuishouding en grote armoede. Om de situatie te verbeteren werd het platteland opnieuw ontworpen: planmatig en productiegericht. Landbouwpercelen werden opnieuw ingedeeld om zo per eigenaar zoveel mogelijk aaneengesloten land te krijgen; door deze ruilverkaveling ontstonden grotere bedrijven. En door de inpoldering van delen van het IJsselmeer ontstonden er nieuwe landbouwgebieden.

Ook in de periode 1980-2018 trad er nog een flinke schaalvergroting op. Terwijl het aantal bedrijven in die periode met meer dan 60% afnam, nam de oppervlakte landbouwgrond maar met 12% af. En de landbouw is tegenwoordig zo goed georganiseerd dat voor miljarden euro's aan landbouwgoederen wordt geëxporteerd (vooral naar Duitsland).

In Oost-Duitsland (DDR) ging de landbouw na de Tweede Wereldoorlog ook flink op de schop. Daar werden bijna alle landbouwbedrijven samengevoegd tot grote landbouwbedrijven in handen van de staat. Deze landbouwbedrijven werden ‘Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaften’ genoemd, wat zoveel betekent als collectieve of coöperatieve boerderijen. Na de hereniging van de BRD en DDR in 1990 werden veel van deze grotere bedrijven weer gesplitst in kleinere bedrijven.

Recreatie

Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben mensen zowel in Nederland als in Duitsland veel meer vrije tijd gekregen. De werkdagen werden korter, het aantal vakantiedagen nam toe en het aantal jaren dat iemand van zijn pensioen kan genieten is ook toegenomen. De stijgende welvaart maakte bovendien dat er meer geld te besteden was.
Kortom, er viel geld te verdienen aan vrije tijd en recreatie. Naast de bekende en populaire vrijetijdsbestedingen als ‘een dagje naar het strand’ of ‘de natuur in’ kwamen er allerlei attracties en pretparken, zoals Madurodam of de Efteling. Ook campings en vakantieparken werden steeds populairder als vakantiebestemming.

Verkeer

Het verkeer heeft vanaf 1950 steeds meer beslag gelegd op de ruimte in Nederland: nieuwe snelwegen, nieuwe bruggen en uitbreiding van het aantal spoorlijnen. Schiphol breidde uit en ook de haven van Rotterdam werd steeds groter. Op verschillende plaatsen in het land zijn kleinere vliegvelden aangelegd.
De toename van het verkeer wordt grotendeels veroorzaakt door de economische groei. Het zakelijk verkeer en het  goederentransport over de weg neemt sterk toe.

Nederland is een distributieland geworden: import, export, doorvoer. De belangrijkste knooppunten zijn Schiphol en de Rotterdamse haven. Naast het zakelijke verkeer is ook het recreatieve verkeer sterk toegenomen. Tenslotte maakt het woon-werkverkeer een groot deel uit van de dagelijkse files. Steeds meer mensen wonen verder van hun werk af en moeten daarom reizen.

De verkeersdrukte is om dezelfde redenen ook in Duitsland sterk toegenomen. Aanvankelijk was er wel onderscheid in verkeersdrukte tussen West-Duitsland en Oost-Duitsland. De welvaart in Oost-Duitsland was lager en veel minder mensen konden zich een auto veroorloven.
Een groot verschil tussen Nederland en Duitsland is de beschikbare ruimte. De aanleg van een extra snelweg of de verbreding van een bestaande, levert in Nederland al snel heel wat meer discussie op dan in Duitsland.

Natuur

Het Groene Hart

Nederland is in het verleden vrij slordig omgegaan met de beschikbare natuur. Er was veel ruimte nodig voor woningen, bedrijfsterreinen, wegen, spoorlijnen, enzovoort. Nederland had twee nationale parken, in de jaren 30 door particulieren opgezet, het Nationaal Park De Hoge Veluwe en het Nationaal Park Veluwezoom. Er zijn al heel lang verenigingen actief om landschappen te beschermen. Een voorbeeld daarvan is de Vereniging Natuurmonumenten, die sinds 1906 bestaat en natuurgebieden in Nederland opkoopt of in beheer neemt.
Tegenwoordig wordt er meer gedaan om het Nederlandse groen te behouden. Het gebied tussen de grote steden in de Randstad, het Groene Hart genaamd, is een gebied met plassen, weilanden, natuurgebieden en dorpen. In het Groene Hart mag alleen onder voorwaarden worden gebouwd.

Ook in Duitsland had vroeger de bescherming van de natuur geen prioriteit, zeker niet in Oost-Duitsland. Net als in Nederland werd het belang van natuurbescherming vanaf de jaren 60 en 70 belangrijker. In 1970 werd het Beierse Woud aangewezen als nationaal park en daarna volgden nog veertien gebieden.

Maak de oefening.

Ruimte voor...

Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar?

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de meeste landbouwbedrijven in Oost-Duitsland in handen van de staat.
De hoeveelheid vrije tijd is na de Tweede Wereldoorlog snel toegenomen.
De twee belangrijkste verkeersknooppunten in Nederland zijn Schiphol en de Rotterdamse haven.
Het belang van natuurbescherming werd in de jaren 60 en 70 steeds belangrijker in Duitsland.
In het Groene Hart mag onbeperkt gebouwd worden.

 

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next