Naar buiten!
Je hebt in de vorige stappen gekeken naar kenmerken van dieren en planten. Maar dat hoef je natuurlijk niet binnen te doen!
Opdracht 1: Waterdiertjes
Met je docent ga je nu buiten je kennis toepassen.
Wat heb je nodig?
Je kunt de volgende bron gebruiken
-
www.bioplek.org
- zoekkaart of determineertabel waterdiertjes
- groot net op een steel
- platte witte plastic bal
- emmer met deksel of monsterpotjes
- theezeefje en/of een theelepeltje
- Overleg met je docent waar je waterdieren gaat verzamelen.
- Verzamel alles wat je nodig hebt.
- Doe eerst water in de plastic bak.
- Haal het net een aantal keer door het water. Spoel de vangst uit in de plastic bak. Je kunt dan meteen goed zien wat je gevangen hebt.
- Proberen met de zoekkaart direct de namen van de dieren op te zoeken.
- Neem van de verschillende soorten die je vangt een exemplaar mee om thuis verder te bestuderen.
- Met een theezeefje of een theelepeltje kun je ze goed uit de bak halen.
- Vang nog een paar keer.
- Als je veel verschillende diertjes wilt vangen, moet je het net op verschillende plaatsen door het water halen: langs de kant, in het midden, tussen de waterplanten, aan de oppervlakte en dieper.
Bij het water determineren:
- Maak foto’s of tekeningen van de dieren de je hebt gevonden.
- Geef aan hoe groot een diertje is.
- Gebruik de zoekkaart of determineertabel om vast te stellen wat de naam van de gevonden dieren is. Lukt dat niet helemaal, geef dan wel de hoofdafdeling en eventueel de klasse aan.
- Heel kleine diertjes kun je in het lokaal onder de microscoop of stereoscoop bekijken! Maak ook hiervan een tekening.
- Bekijk eventueel de kleine diertjes kun je onder de microscoop of stereoscoop bekijken! Maak ook hiervan een tekening.
Bespreek na afloop de tekeningen met je docent.