Eindopdracht: Posters
Je gaat samen met een klasgenoot vierposters op A4-formaat maken.
Op iedere poster komen afbeeldingen die te maken hebben met een bepaalde periode in de geschiedenis.
Het gaat om:
- De Romeinse tijd
- De tijd van Karel de Grote
- De tijd van Napoleon en
- De tijd van Hitler.
Hoe je een poster maakt kun je lezen in de gereedschapskist.
Je zoekt op internet naar afbeeldingen uit een bepaalde periode. Sla de afbeeldingen op en print ze uit.
Maak afspraken met je klasgenoten over wie welke poster maakt.
Let op de volgende punten:
- Iedere poster krijgt dezelfde indeling.
- Zoek voor iedere poster een afbeelding van een persoon, gebeurtenis en gebouw over die periode.
- Maak gebruik van een kaartje zoals afgebeeld in de stappen 1 t/m 4.
Vergelijk de posters die jullie hebben gemaakt met posters van jullie klasgenoten.
Zie je grote verschillen? Bespreek de verschillen.
Pas de posters eventueel nog iets aan.
Klaar?
Bekijk de beoordelingscriteria voor het maken van posters in de gereedschapskist.
Laat jullie posters beoordelen door jullie docent.
Jullie docent let op:
-
Inhoud: is het per poster duidelijk bij welke tijd de poster hoort?
-
Inhoud: zijn bovengenoemde punten verwerkt in de posters?
-
Vorm: zijn de posters leuk om te zien?
-
Vorm: zijn de posters met zorg gemaakt?
|
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
|
|