{Score}/{MaxScore}

D-toets
Je sluit het thema Bloed af met het maken van een diagnotische toets.
De toets bestaat uit 9 vragen.
Je hebt een voldoende voor de toets als je minimaal 7 vragen goed hebt beantwoord.

Druk op de knop hieronder om te beginnen.

1

Zuurstof in het bloed
Als je hoog in de bergen komt, bijvoorbeeld in de vakantie, dan kan het bloed
moeilijker zuurstof uit de lucht opnemen. De nieren gaan dan meer van een
hormoon maken dat aangeduid wordt met de afkorting EPO.
Onder invloed van EPO worden bloeddeeltjes gemaakt die zuurstof vervoeren.
Als er meer EPO in het bloed komt, worden er meer van deze bloeddeeltjes gemaakt.
In de longen kan het bloed dan meer zuurstof opnemen.
Van welke bloeddeeltjes worden er meer gemaakt als de nieren EPO afgeven?

2

Bloedvaten
Bekijk de afbeelding van het hart.
In de afbeelding zijn twee bloedvaten aangegeven met een letter.

Hoe heten deze bloedvaten?

3

Hartkleppen
Als je hartkleppen niet 100% werken kun je als het bijvoorbeeld heel warm is problemen krijgen bij te grote inspanning.
De hartkleppen bevinden zich tussen de boezems en de kamers.
Voor het goed functioneren van het hart moeten de hartkleppen op het juiste moment gesloten zijn.
in de afbeelding is het hart weergegeven op een moment dat de hartkleppen gesloten zijn.



Wanneer zijn de hartkleppen gesloten?

4

Hart, spieren en longen
Je bent op internet op zoek naar informatie over bloed.
Je vindt de afbeelding hieronder.



1 Welk bloedvat vervoert zuurstofrijk bloed van het hart naar de spieren?
2 Welk bloedvat vervoert zuurstofarm bloed van het hart naar de longen?

5

Een bypass
Als door een vernauwing van een kransslagader een deel van de hartspier te weinig bloed krijgt aangevoerd, kan een hartinfarct het gevolg zijn.
Na een hartinfarct wordt in veel gevallen een bypassoperatie uitgevoerd. Bij zo’n operatie wordt een nieuw stukje bloedvat aangebracht bij het hart. Hierdoor gaat het bloed vanuit de aorta via een omleiding naar de hartspier. Zo’n omleiding wordt een bypass genoemd. 
Hieronder zie je een bypass. Je ziet dat het bloed via de bypass van de aorta naar de hartspier wordt geleid.



Is het bloed dat door de bypass stroomt zuurstofarm of zuurstofrijk?

6

In de afbeelding zie je onder andere de holle ader, de aorta en de nieren getekend.

Met de letters P en Q zijn twee bloedvaten aangeven.

Welke letter geeft de nierader aan?

7

Rode bloedcellen
Op het celmembraan van rode bloedcellen kunnen zich eiwitten bevinden die bepalend zijn voor de bloedgroep (A, B, AB of O).
Wetenschappers zijn erin geslaagd deze antigenen te verwijderen.
Bloedcellen zonder die antigenen wil men gebruiken voor bloedtransfusie.

Welke mensen zouden zulke rode bloedcellen kunnen ontvangen zonder dat er samenklontering plaatsvindt?

8

Bloedstolling
Op een bloedend wondje vormt zich normaal gesproken al snel een korstje door bloedstolling. Er zijn echter erfelijke aandoeningen waarbij de bloedstolling niet goed verloopt. Eén daarvan is de ziekte van Von Willebrand. Patiënten met een ernstige vorm van deze ziekte kunnen het medicijn VWF toegediend krijgen. Dit medicijn bevat kleine hoeveelheden van bloedgroep-antistoffen anti A en anti-B. Toediening van grote hoeveelheden kan bij bepaalde bloedgroepen klontering van rode bloedcellen tot gevolg hebben.
Patiënten van één bepaalde bloedgroep kunnen zonder gevaar voor klontering met dit medicijn behandeld worden.
Welke bloedgroep wordt hier bedoeld?

9

Verdeling van de bloedgroepen
Niet elke bloedgroep komt overal in de wereld even vaak voor. In West-Europa komen de bloedgroepen A en 0 vaker voor dan B of AB, maar in andere delen van de wereld is deze verdeling meestal anders.
Bekijk de onderstaande informatie.



Zijn de volgende stellingen waar of niet waar?
I   Bloedgroep O komt bij elk van de bevolkingsgroepen het meest voor.
II  Het bloed van alle Navajo indianen gaat niet klonteren als je het mengt met antistof B.

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next