Kiemen
Ook wel kiemen genoemd; proces van groei van een zaad waarin uit een embryo (= kiem) een kiemplantje groeit. |
Licht
Licht is een kiemingsfactor en kan bij een tekort de groei van een plant dus ook beperken. |
Water
Molecuul bestaat uit twee waterstof atomen en één zuurstof atoom; belangrijke bouwstof voor organismen die ontstaat bij verbranding van glucose en nodig is voor de fotosynthese van planten. |
Plaagdieren
Een plaagdier is een bepaald soort organisme dat veel voorkomt en zich snel voortplant, waardoor het een bedreiging voor het voortbestaan van andere soorten vormt. |
Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstof atomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding. |
Mineralen
Stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken en die werken als beschermende stof: ze zorgen ervoor dat je gezond blijft. Ze leveren geen energie. Bijvoorbeeld: ijzer en zout. |
Kiemingsfactoren
Een zaadje kan gaan kiemen en is daarbij afhankelijk van licht, temperatuur en water. |
Eénjarigen
Planten die hun levenscyclus in één jaar volbrengen, dus van kieming tot zaad in één jaar, waarna de planten afsterven. Bijvoorbeeld: zonnebloem. |
Tweejarigen
Planten die hun levenscyclus in twee jaar volbrengen, dus van kieming tot zaad in twee jaar, waarna de planten afsterven. Bijvoorbeeld: stokroos, wortel. |
Overblijvers
Ook wel overblijvende planten of vaste planten genoemd; kunnen tijdens hun levenscyclus meerdere malen bloeien. Bijvoorbeeld: margriet, maar ook bomen en struiken. |
Bladval
Afvallen van bladeren in het ongunstige seizoen (herfst/winter of droge periode) bij o.a. de meeste loofbomen en de lariks. Aanpassing (adaptatie) om een boom of struik te beschermen tegen uitdroging, door verdamping tegen te gaan. |
Eggen
Eggen maakt de bodemlaag luchtig en er ontstaan zaaigeulen. |
Ploegen
Bij ploegen wordt de grond omgewoeld waardoor de grond zuurstofrijker wordt. |
Mest
Mest bestaat voornamelijk uit verteerde dierlijke uitwerpselen en wordt gebruikt om de grond vruchtbaarder te maken. |
Gewasbeschermingsmiddelen
Middelen waarmee een landbouwer probeert zijn planten te beschermen tegen plaagdieren, zoals insecten en aaltjes. |
Insecticiden
Gewasbeschermingsmiddelen tegen insecten. |
Bactericiden
Gewasbeschermingsmiddelen tegen bacteriën. |
Fungiciden
Gewasbeschermingsmiddelen tegen schimmel. |
Klassieke veredeling
Planten met een gewenst DNA worden met elkaar gekruist, om zo de gewenste nakomelingen te krijgen. |
Biotechnologie
Technologie die betrekking heeft op de biologische wetenschap. |
Gifstof
Stof die schadelijk of dodelijk is waarmee sommige planten en dieren zich beschermen tegen vraat of predatie (vorm van adaptatie). Bijvoorbeeld: adder. |
Klimaat
Gemiddelde weerstoestand over een periode van minimaal dertig jaar. |