Bij het meten van welzijn met de Index van de Menselijke Ontwikkeling (IMO) wordt rekening gehouden met de volksgezondheid (1), het kennisniveau (2) en de levensstandaard (3).
De score op de IMO wordt dus mede bepaald door het aantal analfabeten (A), het BNP per hoofd van de bevolking (B) en de levensverwachting (C).