{Score}/{MaxScore}

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Landschapsvormen'.
De toets bestaat uit gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

 

Er wordt vaak verschil gemaakt tussen een natuurlandschap en een cultuurlandschap.

Hieronder zie je vijf kenmerken van een landschap.
Welke van deze kenmerken horen bij een natuurlandschap?
Meerdere antwoorden mogelijk.

Er wordt vaak verschil gemaakt tussen een natuurlandschap en een cultuurlandschap.

Tot welk soort landschap behoort het akkerlandschap?

Lees de omschrijving hieronder. Over welk landschapstype gaat het hier?
Je vindt dit landschapstype in de noordelijke provincies, maar ook in Zeeland.
Het landschaptype is geschikt voor grootschalige landbouw.

Lees de tekst hieronder. Over welk landschapstype gaat het hier?
Je vindt dit landschapstype in Noord- en Zuid Holland, Utrecht en Overijssel, maar ook in Oost-Groningen en Drenthe. Vanaf de Middeleeuwen werd in deze gebieden turf gewonnen.

Lees de tekst hieronder. Over welk landschapstype gaat het hier?
In dit landschap tref je stuwwallen en heuvelruggen aan en op sommige plaatsen komen er stuifzandgebieden voor.

Langs de Nederlandse kust vinden we het duingebied.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de 'jonge duinen' en de 'oude duinen'.
Welke duinen liggen het dichtst bij de zee?

Welke woorden moeten worden ingevuld bij 1 en 2?

Het rivierkleilandschap vind je in de buurt van de Rijn, Maas, Lek, Waal en IJssel.
Evenwijdig aan de rivier lopen de ..1... waarop de rivierdijk ligt.
Het gebied tussen de rivierloop en de dijk, noem je de ..2.. .

Hoe wordt het landschap, dat zich door een voor Nederlandse begrippen sterk reliëf kenmerkt, genoemd?

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next