Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft het migratieproces van en naar Nederland.

Aan de slag
Stap		Activiteit
Stap 1		Je leest over de populariteit van emigreren. Je bekijkt een grafiek met gegevens over emigratie. Je kijkt naar een video over emigratie vroeger en nu en beantwoordt vragen daarover.
Stap 2		Je leert dat er verschillende redenen zijn waarom mensen emigreren. Je leert over push- en pull-factoren. Je bekijkt een video over iemand die is geëmigreerd en beantwoordt vragen.
Stap 3		Je bekijkt een grafiek met gegevens over immigratie. Je bekijkt een video over immigratie. Je leert over wat vluchtelingen zijn en bekijkt er een video over. Daarna maak je een oefening.
Stap 4		Je leert wat migratiesaldo inhoudt en wat een vestigingsoverschot of vertrekoverschot betekent. In de oefening bekijk je o.a. een grafiek daarover.
Afronding
Onderdeel		Activiteit
Begrippen		De begrippenlijst geeft een aantal begrippen die te maken hebben met emigratie en immigratie.
Eindopdracht A		Je maakt de toets 'Emigratie en immigratie'.
Eindopdracht B	en	Je gaat vragen bedenken om een interview houden met een emigrant en een immigrant. Je houdt daadwerkelijk het interview. Daarna werk je het uit en laat je het beoordelen door je docent..
Terugkijken		Terugkijken op de opdracht.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 tot 4 lesuren nodig.
De tijd hangt van de keuze van het eindproduct af.