{Score}/{MaxScore}
  • Je kunt zonlicht als een vorm van energie herkennen.
  • Je kunt benoemen dat glucose en zetmeel chemische energie bevatten.
  • Je kunt benoemen dat planten bij de fotosynthese zonne-energie vastleggen.
  • Je kunt benoemen dat bij de verbranding van glucose chemische energie vrijkomt.
  • Je kunt benoemen dat fotosynthese alleen bij organismen met bladgroen voorkomt en verbranding bij alle organismen.
  • Je kunt benoemen dat een plant glucose opslaat in de vorm van zetmeel.
  • Je kunt benoemen dat organismen chemische energie uit glucose kunnen gebruiken voor al hun activiteiten.
  • Je kunt benoemen dat zowel bij fotosynthese als bij verbranding een vorm van energie omgezet wordt in een andere vorm.
  • Je kunt benoemen dat planten glucose ook kunnen omzetten in allerlei andere stoffen.
  • Je kunt enkele voedselketens tekenen.
  • Je kunt uitleggen waardoor een voedselketen maar uit een beperkt aantal schakels kan bestaan.
  • Je kunt het verschil tussen een voedselketen en een voedselweb uitleggen.
  • Je kunt uit een voedselweb afleiden wat een organisme eet en door wie het gegeten wordt.
  • Je kunt in een voedselweb de producenten, consumenten en reducenten aanwijzen.
  • Je kunt uitleggen welke rol producenten, consumenten en reducenten in een voedselketen spelen.
  • Je kunt uitleggen dat alle organismen op aarde afhankelijk zijn van planten.
  • Je kunt uitleggen dat geen enkele schakel in een voedselketen kan bestaan zonder de andere schakels.

Vaardigheden:

  • Je kunt de aanwezigheid van energierijke stof (zetmeel) aantonen.
  • Je kunt zelfstandig aan de hand van een practicumhandleiding een experiment uitvoeren om vast te stellen wat een plant nodig heeft om zonne-energie om te zetten in glucose (en zetmeel).
  • Je kunt onder begeleiding van de docent de aanwezigheid van bladgroen in enkele organismen aantonen.
v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next