Je gaat in de eindopdracht debatteren over de volgende stelling:‘Het geld voor het organiseren van de Olympische Spelen kan beter aan iets anders besteed worden.’
Bij debatteren gaat het vooral om argumenten. Je moet elkaar overtuigen met duidelijke argumenten. Maar het is ook belangrijk dat je een antwoord hebt op argumenten van je ‘tegenstander’. Een argument gebruik je om een reden waarom je iets doet of niet doet te onderbouwen. Je kunt met argumenten ook beslissen of je iets vindt of niet vindt. Als je alle argumenten voor en tegen op een rijtje hebt gezet, kun je een standpunt innemen. Je standpunt kan veranderen als de argumenten veranderen. Bedenk eerst hoe je je wilt opstellen in het debat: vóór of tegen de Olympische Spelen. Misschien kunnen onderstaande artikelen en video's je helpen bij het bepalen van je standpunt. Je kunt ook zelf op internet zoeken naar argumenten voor en tegen.
Geef hieronder aan welke onderdelen bij het afdrukken of exporteren meegenomen dienen te worden.