Eindopdracht: Het debat
Jullie gaan in de eindopdracht debatteren over de volgende stelling:
'Het geld voor het organiseren van de Olympische Spelen kan beter aan iets anders besteed worden.’
Voor het debat wordt de klas in drie groepen verdeeld:
- voorstanders van de stelling
- tegenstanders van de stelling
- publiek dat nog geen keuze heeft gemaakt.
Het publiek moet worden overtuigd door de debatterende partijen.
Van je docent hoor je wanneer jullie het 'echte' debat gaan voeren.
Aan het eind van het debat kijk je hoe het publiek denkt over de stelling.
Wie is voor en wie is tegen?
Na de peiling onder het publiek zal jullie docent vertellen wat hij van het debat vond.