Introduction
Het onderwerp van dit blok is geldproblemen.
- Maak groepjes van drie of vier leerlingen.
Bespreek de volgende vragen in jouw groepje:
- Hoeveel zakgeld krijg je?
- Kom je wel eens geld tekort?
- Waar geef je je zakgeld aan uit?
- Bij wie moet je wezen als je meer geld wil hebben?
- Maak een lijstje van woorden (Nederlands en Engels) die met geld te maken hebben.
Wees gerust, dit hoef je ook nog niet allemaal te weten.
Je gaat hiermee aan de slag in deze opdracht.
Step
|
activiteit activity
|
leerdoel aim
|
tijd time
|
|
|
introduction
|
Je gaat nadenken over wat je al weet.
|
10
|
Step 1
|
|
listening
Let's make lots of money
|
Je kunt een video over geld vervalsen begrijpen en er vragen over beantwoorden.
|
15
|
Step 2
|
|
reading
Study shows money makes us worry
|
Je kunt een tekst over geldproblemen begrijpen en er vragen over beantwoorden.
|
15
|
Step 3
|
|
vocabulary and irregular verbs
|
Je leert vocabulaire geld en kunt die gebruiken. Je leert de grammatica van onregelmatige werkwoorden: to hurt, to keep, to know en to lay en kunt deze gebruiken.
|
15
|
Step 4
|
|
grammar
Comparisons
|
Je kunt de comparisons (vergelijkingen) gebruiken.
|
10
|
Step 5
|
|
speaking
Allowances
|
Je kunt een gesprek voeren over zakgeld.
|
10
|
Step 6
|
|
writing
Money problems
|
Je kunt een e-mail schrijven over geldproblemen.
|
20
|
Step 7
|
|
evaluation
|
Nadenken over wat je geleerd hebt.
|
5
|
Step 8
|
|
extra
Money by Abba
|
|
|