My Dad Je gaat een tekst lezen waarin Lottie vertelt over haar vader.
Woont Lottie bij haar ouders?
Ja, ze woont bij haar ouders.
Nee, ze woont bij haar moeder.
Nee ze woont bij haar vader.
In welk land woont Lottie?
Ze woont in Engeland.
Ze woont in Wales.
Ze woont in Schotland
Wie is Paul?
Haar buurjongen.
De nieuwe vriend van haar moeder.
Haar vader.
Hoe ziet haar vader er uit?
Hij heeft donker haar en bruine ogen.
Hij heeft donker haar en groene ogen.
Hij heeft donker haar en blauwe ogen.
Hoe vaak brengt haar vader haar naar school?
Hij brengt haar elke dag naar school.
Hij brengt haar nooit naar school.
Hij brengt haar soms naar school.
Wat is het beroep van haar vader?
Hij is leraar.
Hij is buschauffeur.
Hij is tandarts.
Wat gebeurd er om 5 uur?
Dan komt Lottie thuis.
Dan komt Paul thuis.
Dan beginnen ze met koken.
Wanneer helpt haar vader haar met haar huiswerk?
Meestal na het avondeten.
Soms na het avondeten.
Elke dag na het avondeten.
Wat is de hobby van haar vader?
Hij leest graag.
Hij luistert graag naar muziek.
Hij gaat graag naar concerten.
Hoe vind Lottie het bij haar vader?
Ze vindt het logisch
Ze vindt het geweldig.
Ze vindt het de gewoonste zaak van de wereld.
Geef hieronder aan welke onderdelen bij het afdrukken of exporteren meegenomen dienen te worden.