{Score}/{MaxScore}

Introduction

Het onderwerp van deze opdracht (lesson) is familieleden.

  • Maak groepjes van drie of vier leerlingen.

Bespreek de volgende vragen in jouw groepje:

  • Hoe groot is jouw gezin? Heb je broers of zussen?
  • Hoe groot is jouw familie buiten jullie gezin om?
  • Hoeveel ooms en tantes heb jij?
  • Hoeveel neefjes en nichtjes?
  • Waar wonen jouw familieleden?
  • Welke Engelse woorden die met familieleden te maken hebben ken je al?
    Probeer er samen zoveel mogelijk (minimaal 10) te verzinnen.
Step activiteit
activity
leerdoel
aim
tijd
time
  introduction Nadenken over wat je al weet. 15
Step 1 listening
Family
Je kunt vragen over familieleden verstaan. 15
Step 2 reading
Family and families
Een tekst begrijpen over familieleden en er vragen over kunnen beantwoorden. 10
Step 3 vocabulary Vocabulaire over familieleden leren en kunnen gebruiken. 15
Step 4 grammar
Zelfstandig naamwoord
Je kunt het zelfstandig naamwoord gebruiken. 15
Step 5 speaking
What about your parents?
Je kunt een gesprekje voeren om iets over je ouders te vertellen. 10
Step 6 writing
Family tree
Je kunt een stamboom van je familie maken. 15
Step 7 evaluation Nadenken over wat je geleerd hebt. 05
v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next