In de kledingwinkel van Gerda Scheepers hangt de laatste modecollectie.
De inkoopkosten van de collectie zijn. € 45.000,-.
In de winkel werken twee parttimers.
Samen verdienen ze € 40.000,- per jaar.
Aan huur voor het winkelpand is Gerda per jaar € 25.000,- kwijt.
Gerda adverteert per jaar voor € 10.000,- in de plaatselijke krant.
Bij de bank heeft Gerda een lening van € 8000,-.
Welke kosten horen bij de verschillende bedragen?
Maak de juiste combinaties.
€ 45.000,- |
|
€ 40.000,- |
|
€ 25.000,- |
|
€ 10.000,- |
|
€ 8.000,- |
|