Bekijk de volgende drie voorbeelden.
Geef bij ieder voorbeeld aan of er sprake is van mechanisatie of van automatisering.
In de landbouw gebeurde het hooien vroeger met de hand, tegenwoordig gebruikt men een hooimachine. |
|
|
Als je met de trein reist, moet je een kaartje kopen. Op veel stations kun je het treinkaartje niet meer aan het loket kopen, maar alleen nog bij een kaartjesautomaat. |
|
|
Bij PostNL wordt het handmatig sorteren van de post overgenomen door een sorteermachine. |
|
|