Begrippenlijst

Kennisbank Verteren en verbranden

Kennisbank Verschillende eters

Cariës
In de volksmond 'gaatjes' genoemd. Gaatjes zijn het gevolg van beschadiging van de kalk van het tandbeen.

Carnivoren
Vleeseters; eten alleen dierlijk voedsel (o.a. vlees, vis en insecten). Bijvoorbeeld: kat, wolf, mol, egel, haai, spin.

Herbivoren
Planteneters; eten alleen plantaardig voedsel. Bijvoorbeeld: konijn, koe, gans, bladluis.

Maalkiezen
Ook wel plooikiezen. Met deze kiezen kan gras goed fijngemalen worden.

Omnivoren
Alleseters; eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Bijvoorbeeld: varken, mens, kakkerlak.

Knipkiezen
Met deze kiezen kunnen vleeseters hun eten goed knippen.

Plooikiezen
Ook wel maalkiezen. Met deze kiezen kan gras goed fijngemalen worden.

Knobbelkiezen
Met deze kiezen kunnen zowel groentes als vlees worden gegeten.

Melkgebit
De eerste tanden en kiezen van een kind. 20 in totaal. Ze komen door in het eerste levensjaar en worden vanaf ongeveer het 7e levensjaar gewisseld voor het blijvend gebit.

Blijvend gebit
Vaste gebit. Vanaf ongeveer je 7e jaar ga je wisselen. Dan komt het blijvende gebit in plaats van het melkgebit.

Verstandskiezen
De laatste kiezen die doorkomen. Je verstandskiezen zijn een vorm van lichamelijke ontwikkeling.

Snijtanden
Tanden om voedsel ergens van af te bijten. Zitten vooraan in de mond.

Hoektanden
Hoektanden zitten links en rechts van de snijtanden. Ze worden gebruikt om voedsel ergens vanaf te scheuren.