{Score}/{MaxScore}

Niet ingelogd

Leuk dat je aan de slag gaat. Je kunt hier gewoon oefenen. Dat mag iedereen.
Maar je bent niet ingelogd, dus je gegevens worden niet opgeslagen.
Doet je school mee, dan kun je hier inloggen.

Stap 3: Darwin

Charles Darwin heeft de evolutietheorie bedacht en deze ruim 150 jaar geleden gepubliceerd door er een boek over te schrijven.
Hij zette de wereld daarmee op zijn kop.
In de video hieronder leer je meer over Darwin en de evolutietheorie.


Inmiddels weet men nog veel meer over hoe het leven in elkaar zit, dan in de tijd van Darwin.
Nog steeds blijkt dat zijn theorie klopt.
Voor de verschillende stappen in zijn theorie zijn bewijzen: ook nu veranderen bepaalde soorten op aarde op die manier.
Over het ontstaan van het leven op aarde zijn miljoenen feiten bekend. De hoofdlijnen kloppen.

De drie belangrijkste stappen uit de evolutietheorie, zoals Darwin hem formuleerde en die nog altijd gelden zijn de volgende:

  • Van elke soort zijn er meer nakomelingen dan de generatie ervoor.
    Die nakomelingen hebben allemaal de beperkte bronnen om te kunnen overleven nodig en moeten daarom ‘strijden’. (Struggle for life = strijd om het bestaan).
  • De nakomelingen zijn allemaal een beetje anders (er is variatie).
    De natuurlijke omgeving maakt het voor sommige organismen van een soort gemakkelijker om te overleven dan voor andere en kiest. (Natural selection = natuurlijke selectie).
  • Degene met de best aangepaste eigenschappen heeft de grootste kans om te overleven en zich voort te planten. (Survival of the fittest = overleving van de best aangepaste).


Verzamelde collectie onderzocht

Weer thuis na zijn reis met de Beagle onderzoekt Darwin vinken, die hij heeft verzameld.
Het zijn  mooi gekleurde vogeltjes. Hij ziet dat hun snavels van elkaar verschillen.

Op het ene eiland hebben de vinken snavels waarmee ze goed zaden kunnen eten.
Op een ander eiland zijn hun snavels juist geschikt om vruchten mee te eten.
Op weer een ander eiland is de snavel heel handig om wormen mee op te peuzelen.
Hij vraagt zich af hoe dat komt en denkt het volgende verhaal over de vinken uit.

Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel Natuurlijke selectie:

Kennisbank  Evolutie

Maak de oefening 'Vinken'.

De ijsbeer is ontstaan uit de bruine beer. Dit is ongeveer 120.000 jaar geleden in ongeveer 10.000 jaar tijd gebeurd.

De soort heeft zich aangepast aan de zeer moeilijke leefomgeving van de Noordpool.
Hij heeft een andere jachttechniek, dieet, vertering en uiterlijk dan de bruine beer.
Veel andere verschillen zijn er niet.

Dit toont aan, dat evolutie door natuurlijke selectie zeer snel (in 10.000 jaar!) kan gaan wanneer omgevingsfactoren hoge selectieve druk uitoefenen.

Beantwoord de vragen over de ijsbeer.​

Vinken

Het verhaal van de ‘sterke’ vinken. Sleep de woorden naar de juiste plek:

De vinken leven eerst op het vasteland en eten daar zaden. Later komen ze ook op de verschillende Galápagoseilanden terecht.
Op de eilanden is eten voor alle vinken en hun aantal neemt toe.
Dit gebeurt totdat er op een van de eilanden onvoldoende zijn om alle vinken te voeden (= ).
Ze proberen allemaal het schaarse voedsel te bemachtigen (= ).

Wat gebeurt er dan?  
Sommige vinken hebben een iets andere snavel (= ) en kunnen daarom op een andere manier het tekort aan zaden overleven.
Ze zijn in staat om iets anders te eten dat makkelijker te vinden is.
Dat kunnen wormen, insecten of blaadjes zijn; het is maar net wat er op het eiland waar ze zitten voorhanden is.

En hoe meer hun snavel (en darmkanaal) geschikt is om het andere voedsel te eten, hoe groter de kans is, dat ze blijven leven (= overleeft).

Vinken die toevallig de eigenschap ‘geschikte snavel voor het oppeuzelen van wormen’ hebben, krijgen vaak jongen die ook zo’n goeie wormensnavel hebben, omdat de eigenschap is.
Zo geven de ouders deze eigenschap door aan hun kinderen.

Na enkele generaties kan er door en nog betere wormensnavel bij sommige jongen ontstaan.
Zo verandert de snavel van een vink in de loop van de tijd en gaat steeds beter bij de omstandigheden passen.
Dat gaat niet snel trouwens, daar gaan heel veel jaren overheen.

Onder de jongen van beren die in het poolgebied kwamen wonen waren beren met donkerbruine en lichtbruine vachten.
Dit is een voorbeeld van:

Voor alle beren waren de leefomstandigheden in het poolgebied moeilijk: weinig voedsel, waarop ze ook nog nooit hadden gejaagd, bijna geen planten en zeer koude strenge winters.
Dit is een voorbeeld van:

Voor de beren met een donkerbruine vacht renden de zeehonden, die bijna hun enige voedsel vormden, eerder weg dan voor de beren met een lichtbruine vacht.
Dit is een voorbeeld van:

De lichtbruine beren kregen dus meer te eten en hadden een vetlaag die dik genoeg was om de winter door te komen, terwijl de donkerbruine beren tijdens de strenge winters stierven.
Dit is een voorbeeld van:

In het geval van de ijsbeer kwam de vachtverandering tot stand doordat:

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next