Beantwoord nu de volgende vragen:
a Wat zijn symptomen (ziekteverschijnselen) van bloederziekte?
Het gen voor bloederziekte ligt op het 23e chromosomenpaar.
Dit zijn de geslachtschromosomen (X en Y-chromosoom).
b Waardoor zijn er meer jongens dan meisjes met bloederziekte?
In een stamboom worden gezonde personen met een open symbool aangegeven, personen met hemofilie met een dicht symbool.
In generatie IV lijdt persoon 3 aan hemofilie.

c Stel dat de mutatie voor hemofilie in alle vier de generaties voorkomt.
Van welke personen in de generaties I, II en III je met zekerheid zeggen dat ze ook hemofilie hebben of drager zijn?
Neem aan dat aangetrouwde familieleden geen mutant-allel bij zich dragen.
Begin bij de persoon waarin de afwijking voor het eerst gevonden is.
Hoe groot is de kans dat in generatie III persoon 5 (zie ?) aan hemofilie lijdt?
d Reken dit uit voor het geval dit een jongen is.
e Reken dit uit voor het geval dit een meisje is.