a Welke stoffen zijn nodig voor de verbranding? Welke stof is de brandstof?
b Hoe krijg je die stoffen binnen?
c Bij verbranding komt energie vrij. Welke stoffen komen vrij bij verbranding?
d Hoe raak je deze stoffen weer kwijt?
e Waarvoor kan de energie worden gebruiken?
f Planten zijn ook levende organismen.
Dus ook in plantencellen vindt verbranding plaats.
Hoe komt een plant aan de benodigde stoffen?
g Hoe raakt een plant de stoffen die zijn ontstaan door verbranding weer kwijt?
h Vul de volgende reactievergelijking in.
Een reactievergelijking is een schema waarin je een proces kunt laten zien.
In dit geval de verbranding. 