Leerdoelen:

• Je kunt benoemen op welke plek in het lichaam van de vrouw een zaadcel een eicel kan bevruchten.
• Je kunt omschrijven wat er na de bevruchting met de eicel gebeurt.
• Je kunt de weg beschrijven die een zaadcel aflegt in het lichaam van de vrouw.
• Je kunt uitleggen hoe een baby aan zuurstof en voeding komt voor de geboorte.
• Je kunt uitleggen hoe een baby in de buik ongewenste stoffen kan binnenkrijgen.
• Je kunt uitleggen hoe een eeneiige en een twee-eiige tweeling ontstaat.