{Score}/{MaxScore}

Eindopdracht A: Toets

Je kunt deze opdracht afsluiten met het maken van een toets.

1 van 10

Bekijk de twee afbeeldingen.
Wat klopt?

2 van 10

Bekijk de figuur.
Wat klopt?

3 van 10

Bekijk de afbeelding.
Welke onderdelen zijn aangegeven met de cijfers 1, 2 en 3?

4 van 10

Waar of niet waar?
I  Een gewricht bestaat uit twee losse botten. De botten zitten met een gewrichtskapsel aan elkaar vast.
II Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat de gewrichtskogel in de gewrichtskom blijft zitten.

5 van 10

Bekijk de afbeelding.
Wat klopt?

6 van 10

Waar of niet waar?
I  Antagonisten zijn spieren die tegengesteld werken.
II Voorbeelden van antagonisten zijn de triceps en de biceps.

7 van 10

Bekijk de figuur.
Wat wordt aangegeven met de letter A?

8 van 10

Je willekeurige spieren worden bewust vanuit je hersenen aangestuurd.
Welke cellen sturen de impulsen vanuit je hersenen naar de spieren?

9 van 10

Waar of niet waar?

I Rode spiervezels slaan veel zuurstof op.
II Hardlopers hebben veel witte spiervezels met myoglobine.

10 van 10

Sommige sporters hebben veel myoglobine in hun bloed.

Welke van onderstaande sporters zal het meeste myoglobine in zijn bloed hebben?

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next