Leuk dat je aan de slag gaat. Je kunt hier gewoon oefenen. Dat mag iedereen.Maar je bent niet ingelogd, dus je gegevens worden niet opgeslagen.Doet je school mee, dan kun je hier inloggen.
Bij eindopdracht A sluit je deze opdracht af met het maken van een toets.
Wat wordt er aangegeven met de nummers 1 en 2?
1 = neusholte, 2 = luchtpijp
1 = neusholte, 2 = keelholte
1 = luchtpijp, 2 = bronchiën
1 = luchtpijp, 2 = keelholte
1 = strottenhoofd, 2 = luchtpijp
1 = strottenhoofd, 2 = bronchiën
1 = luchtpijp, 2 = longblaasje
Welke woorden moeten worden ingevuld?I .. 1 .. sluit de luchtpijp af om verslikken te voorkomen.II De vertakkingen van de luchtpijp noem je .. 2 ..
1 = strottenhoofd, 2 = longen
1 = strottenklepje, 2 = longen
1 = strottenklepje, 2 = bronchiën
Welke weg legt de ingeademde lucht af in je ademhalingsstelsel als je door je neus inademt?
neusholte - luchtpijp - longblaasjes - bronchiën
neusholte - bronchiën - luchtpijp - longblaasjes
neusholte - luchtpijp - bronchiën - longblaasjes
neusholte - longblaasjes - luchtpijp - bronchiën
Een ademhaling bestaat uit een in- en uitademing. Bekijk de afbeelding. Wat zie je?
Een inademing.
Een uitademing.
Waar of niet waar?I Lucht die je door je mond inademt stroomt minder snel dan de lucht die je via je neus inademt.II In de neusholte bevindt zich een slijmlaag waar vuiltjes aan blijven zitten.
I en II zijn beide waar.
I is waar, II is niet waar.
I is niet waar, II is waar.
I en II zijn beide niet waar.
Waar in het ademhalingsstelsel vindt de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide met het bloed plaats?
longblaasjes
bronchiën
luchtpijp
keelholte
Bekijk de afbeelding.
In de afbeelding wordt de gasuitwisseling getoond. Welke woorden moeten bij 1 en 2 worden ingevuld?
1 = zuurstof, 2 = zuurstof
1 = zuurstof, 2 = koolstofdioxide
1 = koolstofdioxide, 2 = zuurstof
1 = koolstofdioxide, 2 = koolstofdioxide
Ademen is belangrijk, want door te ademen krijg je een stof binnen die nodig is voor de verbranding. Bij de verbranding ontstaat een stof die het lichaam verlaat als je uitademt. Welke woorden moet in het schema worden ingevuld?
Joost wil onderzoeken of ingeademde lucht meer of minder koolstofdioxide bevat dan uitgeademde lucht. a Welke indicator zal hij gebruiken?b Waar zal hij de meeste koolstofdioxide aantreffen?
a = joodoplossing, b = ingeademde lucht
a = joodoplossing, b = uitgeademde lucht
a = kalkwater, b = ingeademde lucht
a = kalkwater, b = uitgeademde lucht
Geef hieronder aan welke onderdelen bij het afdrukken of exporteren meegenomen dienen te worden.