Sander Lokic werkt in vaste dienst bij een garagebedrijf. Hij verdient € 1700,- per maand.
Yke Engels plukt aardbeien bij een boer. Per doosje aardbeien dat ze plukt, krijgt ze € 0,60 cent betaald.
a. Horen de loonkosten van Sander tot de constante kosten of tot de variabele kosten?
A
B
b. En hoe zit dat met de loonkosten van Yke?
A
B