De organellen in de cellen van de verschillende organismen hebben verschillende eigenschappen en functies.
Kies per 'uitspraak' het passende antwoord.
Deze organismen hebben altijd bladgroenkorrels.
|
|
|
|
|
Cytoplasma bestaat voor 60-95% uit deze stof. |
|
|
|
|
Zo heten de chromosomen met erfelijke eigenschappen. |
|
|
|
|
Deze organismen bestaan maar uit één cel |
|
|
|
|
De cellen van deze organismen hebben geen celkern. |
|
|
|
|
De celwand van deze organismen bestaat uit chitine. |
|
|
|
|