{Score}/{MaxScore}

Dit is een keuzepagina


Je bepaalt zelf, of in overleg met je docent, of je de oefeningen op deze pagina wel of niet maakt. Als je keuzepagina overslaat, wordt de score niet meegenomen in de voortgang. Dit is ook zichtbaar voor je docent. Ga je deze keuzepagina maken?

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A, maak dan deze toets.

 

Hieronder staat een cel beschreven. Bij welk type organisme hoort deze cel?

Celwand – celmembraan – cytoplasma – bladgroenkorrels – vacuole – celkern

Hieronder staat een cel omschreven. Bij welk type organisme hoort hierbij?

Celwand – celmembraan – cytoplasma – eencellig – geen bladgroenkorrels – DNA los in cytoplasma

Hieronder staat een cel beschreven. Bij welk type organisme hoort deze cel?

Celwand – celmembraan – celkern – vacuole – één- of meercellig

Hieronder staat een cel beschreven. Bij welk type organisme hoort deze cel?

Celmembraan – cytoplasma – celkern

Vul het juiste woord in op de lege plaats:

Het ...... bestaat uit een stroperige basissubstantie waarin de celonderdelen drijven. Het bestaat voor 60 tot 95% uit water.

Vul het juiste woord in op de lege plaats.

De ...... regelt allerlei processen. In dit onderdeel liggen de chromosomen.

Vul het juiste woord in op de lege plaats.

De buitenste laag van het cytoplasma noem je het ......

Vul het juiste woord in op de lege plaats.

In het cytoplasma van plantencellen komen ...... voor.
Voorbeelden hiervan zijn chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten.

Vul de juiste woorden in op de lege plaats,

De ... 1 ... van planten bestaat uit cellulose.
De ... 2 ... van schimmels bestaat uit chitine.

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next