{Score}/{MaxScore}

Begrippenlijst

Bloedcellen
Bloedcellen vorm samen met het bloedplasma het bloed. Er zijn drie typen bloedcellen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Bloedplasma
Bloedplasma vormt samen met bloedcellen het bloed en bestaat uit water met plasma-eiwitten en een aantal opgeloste stoffen.
Rode bloedcellen
Rode bloedlichaampjes, die hemoglobine bevatten en een functie hebben bij het vervoeren van zuurstof in het bloed.
Witte bloedcellen
Kleurloze bloedcellen met kern. Ze spelen een belangrijke rol in het afweersysteem.
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn stukjes van cellen. Ze zorgen voor het ontstaan van stolsel als ze beschadigd worden. Zo kan er uiteindelijk een korst worden gevormd.
Bloedsomloop
Het stromen van bloed door aders, slagaders en haarvaten door het lichaam heen.
Bloedtransfusie
Bloed van een donor dat wordt gegeven aan iemand die bloedarmoede heeft of een probleem heeft met de aanmaak van bloed.
Bloedgroep
Het onderverdelen van bloed in verschillende groepen. Dit is afhankelijk van de antigenen die op de rode bloedcellen zitten. Bloedgroepen zijn erfelijk. Er zijn vier soorten bloedgroepen: A, B, O en AB.
Antistoffen
De afweerstoffen die je lichaam aanmaakt als het in contact komt met lichaamsvreemde stoffen.
Resusfactor
Een antigen op een bloedgroep. Is dit antigen aanwezig, dan krijgt de bloedgroep een + . Ontbreekt dit antigen dan krijgt de bloedgroep een -.
v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next