Mond

De mond bevindt zich rondom de mondholte.
De mondholte is het begin van het spijsverteringskanaal. De mondholte bestaat uit het gehemelte, de tong, de boven- en onderkaak, het gebit en de speekselklieren. In de mondholte wordt voedsel met je tanden en de tong fijn gemalen en met speeksel vermengd. Dit noem je ook wel mechanische vertering.

Speeksel bevat verteringssappen. Een enzym uit het speeksel zet zetmeel om in glucose. Dat noem je ook wel chemische vertering. De fijngemalen natte brij gaat vervolgens door de keelholte naar de slokdarm.

De tong bestaat voornamelijk uit spieren. De tong is het meest beweeglijke orgaan van ons lichaam. Met de tong kun je zuigen, voedsel verplaatsen, je gebit reinigen en praten. De tong is bekleed met een groot aantal hele kleine uitsteeksels. Deze uitsteeksels noem je (smaak)papillen. Deze papillen zorgen ervoor dat je smaken kunt proeven.