To be going to
Gebruik:
Om te zeggen dat iets staat te gebeuren (afspraken) of om aan te geven dat men iets van plan is.
Vorm:
am/is/are going to + werkwoord
I am going to work |
Ik ga werken |
You are going to work |
Jij/u gaat werken |
He/she/it is going to work |
Hij/zij/het gaat werken |
We are going to work |
Wij gaan werken |
You are going to work |
Jullie gaan werken |
They are going to work |
Zij gaan werken |