Past simple of past perfect
Om te kijken welke vorm je moet gebruiken moet je je altijd afvragen of het om gebeurtenissen gaat die tegelijkertijd afspeelden of elkaar opvolgden.
Als gebeurtenissen elkaar opvolgen, moet je je vervolgens afvragen welke gebeurtenis als eerste plaats vond
en welke als tweede.
Hebben er in het verleden twee opeenvolgende gebeurtenissen plaats gevonden
en wordt dit in één zin vermeld, dan:
-
eerste gebeurtenis
past perfect
- tweede gebeurtenis past simple
By the time I got to the office, the meeting had already begun without me.
|
- de vergadering was al begonnen (past perfect)
- toen kwam ik (past simple)
|
When she had passed her exams she went on a holiday.
|
- ze had haar examens gehaald (past perfect)
- daarna ging ze op vakantie (past simple)
|
When I turned the radio on yesterday, I heard a song that was popular.
|
- gebeurtenissen tegelijk
(beiden past simple)
|