Flashcards zijn eigenlijk geheugenkaartjes, die gebruikt kunnen worden bij het ophalen van kennis. Op de ene kant van de flashcard staat een vraag of opdracht en op de achterkant staat het antwoord. Door het maken van de kaarten ben je al bezig met het opdoen van kennis en door te oefenen met de kaarten blijft de kennis beter bewaard in je geheugen.
Hoe maak je flashcards?
- Kijk goed naar de leerstof; dit is de informatie die je gaat verwerken in je flashcards
- Bedenk naar aanleiding van deze informatie een aantal vragen en formuleer zelf ook de antwoorden
- Knip kleine kaartjes uit en schrijf op ieder kaartje een vraag aan de voorkant, en het antwoord daarop aan de achterkant
- Vorm nu duo’s met een klasgenoot en probeer elkaars flashcards uit
- Eén van jullie is degene die de vraag voorleest en de ander geeft antwoord
- Als het goede antwoord is gegeven, krijgt diegene de kaart. Bij een fout antwoord gaat de kaart terug op de stapel
- Als degene die antwoord geeft alle kaarten heeft gewonnen is het spel klaar
- Hierna kun je de rollen omdraaien