Klassiek veredelen en biotechnologie
Sommige planten op een akker zijn sterker dan andere; ze kunnen bijvoorbeeld beter tegen droogte of tegen insecten. Deze gunstige eigenschappen worden bepaald door het DNA, dat in de kern van iedere plantencel ligt.
Bij klassieke veredeling worden planten met een gunstig (=gewenst) DNA met elkaar gekruist. Je krijgt dan nakomelingen met het gewenste DNA. Je moet echter heel veel kruisen en het duurt lang voordat je planten krijgt die overal tegen kunnen.
Met behulp van biotechnologie kun je het gewenste DNA veel sneller inbouwen in een plant.
Een gifstof wordt gevonden tegen een insect. Het DNA dat codeert voor de gifstof wordt verzameld. |
Het DNA wordt in een bacterie geplaatst. |
Ma splantencel met het gewenste DNA. |
De maïscel groeit uit tot een ma splant met gifstoffen tegen het insect. |
De maïsplanten met het ingebouwde DNA doen het beter dan die zonder. |