Zaden


Een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel.
Bij bedektzadige planten zit er rond het zaad een omhulling. Bij naaktzadigen zoals naaldbomen is er geen omhulling. Elke bloemsoort maakt zijn eigen typen zaden. Soms zijn het er veel, soms is het er maar één. Voor elk zaad is een stuifmeelkorrel en een eicel nodig.

Bij een klaproos ontstaan honderden kleine zaadjes (maanzaad). Daarvoor zijn ook honderden stuifmeelkorrels nodig. Een klaproos heeft dus veel meeldraden.

Een avocado heeft maar één zaad. Daarvoor is maar één eicel en één stuifmeelkorrel nodig. Een avocadobloem heeft dus weinig meeldraden.