Eénzaadlobbige planten
Bedektzadige planten kunnen éénzaadlobbig of tweezaadlobbig zijn.
Bij éénzaadlobbige plantensoorten zie je de vrucht bijna niet. Het enige wat je ziet is een velletje, de vruchtwand. Daarom worden de vruchten van eenzaadlobbige planten meestal zaden genoemd.
Grassoorten zoals gras, tarwe, gerst en mais zijn eenzaadlobbige planten.
Het zaad van éénzaadlobbige plantenbestaat voor het grootste deel uit voedsel. Dat gedeelte heet zaadlob.
De rest van het zaad bestaat uit de kiem. Als de kiem gaat groeien, gebruikt het de energie uit het voedsel.