Zaadplanten

Zaadplanten planten zich voort door middel van zaden

De zaadplanten zijn te verdelen in naaktzadige planten en bedektzadige planten.

Bij naaktzadigen (bijvoorbeeld een den of spar) liggen de zaden niet opgesloten in een vrucht, maar op een (kegel)schub. Als de kegelschubben hard zijn, wijken ze uit elkaar. Als de kegel beweegt kunnen de zaden naar beneden vallen. 

Bedektzadigen hebben bloemen, met daarin de zaadbeginsels in een gesloten vruchtbeginsel. Na de bestuiving en bevruchting groeit het vruchtbeginsel uit tot een vrucht, met daarin opgesloten het zaad.

Soms stelt de vrucht niet veel voor, zoals bij de paardenbloem.
Soms zijn de zaden juist omgeven door enorme vruchten, zoals bij de watermeloen.
Er zijn ongeveer 250.000 bedektzadige plantensoorten.