Spieren

Een spier zit met een pees aan beenderen vast. De plaats waar een pees aan een bot vastzit, heet aanhechtingsplaats.

Pees
Pezen bevestigen een spier aan beenderen.
Pezen zijn niet samentrekbaar.

Spier
Spieren maken beweging mogelijk.

Spierschede
Stevig bindweefsel rondom een spier. Elke spierbundel is omgeven door bindweefsel.

Spiervezel
Elke spiervezel is ontstaan door samensmeltingen van vele spiercellen.
Als de spiervezels zich samentrekken, wordt de spier korter.

Spierbundel
Elke spierbundel is omgeven door spierweefsel en bestaat uit een aantal spiervezels.

Uitloper van een bewegingszenuwcel
Via bewegingszenuwcellen worden impulsen naar spieren geleid.