Sociaal-democraten en communisten


Binnen het socialisme heb je verschillende stromingen.
De gematigde socialisten: de sociaal-democraten.
Sociaal-democraten wilden hun ideaal via de politiek bereiken. Zij richtten politieke partijen op en probeerden zo de maatschappij te veranderen.
De sociaal-democraten zijn voor een verzorgingsstaat: de overheid maakt wetten die zorgt voor betere omstandigheden voor de arbeiders.

Naast de gematigden zijn er de radicale socialisten, de communisten.
De communisten dachten dat zij hun ideaal alleen via een revolutie konden bereiken. De arbeiders moesten in opstand komen tegen de fabriekseigenaren. Arbeiders moesten er voor vechten dat de eigendommen eerlijk verdeeld zouden worden.

Karl Marx meende dat de arbeiders vanzelf in opstand zouden komen.
De arbeiders zouden het zo slecht krijgen dat ze niet anders meer konden dan in opstand te komen. Ze zouden de fabrieken overnemen en er zou een samenleving onstaan waarin geen ongelijkheid meer was.