Democratische revolutie


In de 18e eeuw bestond er in landen nog geen grondwet.
De vorst had alle macht en bepaalde hoe het land werd bestuurd. De adel had veel invloed.
De maatschappij was ingedeeld in drie standen:
de adel, de geestelijkheid en de burgers.
Die standen hadden elk hun rechten en plichten.
Het leek alsof het altijd zo zou blijven.

Maar het veranderde na de democratische revoluties in Frankrijk en Amerika.
De bestaande macht werd omvergeworpen. Er ontstonden democratieƫn.

Een democratie is gebaseerd op vrijheid en gelijkheid.
In een democratie wil men afspraken graag vastleggen.

De rechten en plichten van elk mens en de manier waarop een land werd bestuurd, werden vastgelegd in een grondwet.