Ontzuiling


Nederland van voor de oorlog was sterk verzuild.
Mensen gingen vooral om met mensen van de eigen groep. Katholieken gingen om met katholieken, protestanten met protestanten, socialisten met socialisten, enzovoorts.

Iedere groep had zijn eigen verenigingen, zijn eigen politieke partij, zijn eigen scholen en zijn eigen radio-omroep.

Kort na de oorlog was dat nog niet echt veranderd.
Maar vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw gingen steeds minder mensen naar de kerk. En lieten vooral jongeren zich niet langer 'opsluiten' binnen hun eigen zuil.

Ook de televisie droeg bij aan de ontzuiling.
Door televisieprogramma's maakten mensen kennis met wat er in andere zuilen leefde.