Fossiele brandstoffen
De meest gebruikte primaire brandstoffen zijn aardgas, aardolie en kolen. Dat zijn zogenaamde fossiele brandstoffen.
Fossiel komt van fossiliseren en dat betekent verstenen. Het zijn versteende organismen, planten- en dierenresten, die worden bedekt met zand, klei en water. In elkaar gedrukte plantenresten veranderen in steenkool, dood en samengedrukt plankton verandert in olie. Aardgas is een bijproduct: als organismen vergaan komt er gas vrij. Lichter dan lucht zoekt het zijn weg naar boven, maar als het ergens een ondoordringbare laag tegenkomt, hoopt het zich op in een gasbel.
Een deel van de fossiele brandstoffen wordt door ons rechtstreeks gebruikt, denk aan een gasfornuis of gaskachel, benzine of diesel. Het grootste deel ervan gaat naar de energiecentrales en wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken.