Monocultuur - hoge schuld
Het grootste deel van de beroepsbevolking werkt in de primaire sector.
De bevolking werkt met name in de landbouw.
Een ontwikkelingsland exporteert meestal maar één product; een landbouwproduct of een grondstof.
Als een ontwikkelingsland voor de export afhankelijk is van één product heeft dat land een monocultuur.
Ontwikkelingslanden hebben vaak een tekort.
Ze verdienen minder met de export van producten dan ze betalen voor de import van producten.
Om het uitvoertekort te kunnen betalen, moet geld worden geleend.
Daardoor hebben veel ontwikkelingslanden vaak een grote schuld bij rijke westerse landen.
De ruilvoet geeft aan hoeveel goederen een land moet exporteren om een bepaalde hoeveelheid goederen te kunnen importeren.