Jezus van Nazareth
Volgens de christenen is Jezus van Nazareth de zoon van God. Hij kwam op aarde om de mensen te verlossen van hun zonden.
Jezus werd geboren in Bethlehem in Palestina, toen Augustus keizer was van het Romeinse Rijk.
Toen hij 30 jaar was begon hij te vertellen (prediken) over het 'koninkrijk Gods'. Mensen die goed leefden konden daar na hun dood terechtkomen.
Jezus kreeg veel aanhangers. Joodse religieuze leiders en de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus zagen dat als een gevaar voor hun macht. Jezus werd door hen ter dood veroordeeld. Hij werd gekruisigd.
Volgelingen van Jezus vertelden dat hij na drie dagen weer opstond uit de dood. Dat was het bewijs dat hij echt de zoon van God was.
De directe volgelingen van Jezus, zijn apostelen, verspreidden zijn leer. Een deel van de bijbel (het heilige boek van de christenen) is door deze apostelen geschreven.